Achtergrond
Brazilian Jiu Jitsu (BJJ) is een zeer effectieve zelfverdedigingssport die voornamelijk draait om het grondgevecht. BJJ komt voort uit het judo en worstelen en maakt dus ook gebruik van de werptechnieken uit die sporten. Het verschil tussen BJJ en deze sporten ligt bij het grondgevecht. Zo wil je je tegenstander naar de grond werken en op de grond controleren, om hem vanuit daar middels een been- of armklem of verwurging te laten afkloppen.
Alles draait om de techniek
Kracht en lenigheid zijn erg belangrijk, maar een kleinere, lichtere vechter die technisch beter is, wint van een zware, sterke minder technische vechter. Een goede techniek is dus de basis voor het winnen van wedstrijden.
Er zijn grofweg vier stappen in een Braziliaans Jiu Jitsu-wedstrijd:
- Tegenstander naar de grond werken (take down);
Zodra de wedstrijd begint, wil je als eerste je tegenstander naar de grond werken. Mensen die op de grond zitten of liggen, zijn veel minder explosief dan mensen die rechtop staan. Als je je tegenstander eerst naar de grond brengt, verklein je de kans dat er plotseling iets drastisch mis gaat. Bij toeval winnen wordt minder waarschijnlijk waardoor de vechter met een betere techniek vrijwel altijd wint.
- 2. Benen passeren (guard pass);
Zodra je je tegenstander naar de grond hebt gewerkt, probeer je zijn/haar benen te passeren. Pas als je de benen voorbij bent, kun je iemand goed controleren. De benen zijn namelijk veel sterker en dus gevaarlijker dan het bovenlichaam. Je tegenstander kan met zijn benen ook beter afstand houden en je zelfs aanvallen met submissions).
- 3. Tegenstander controleren (side mount, mount, back mount);
Nadat je de benen bent gepasseerd, probeer je je tegenstander vanuit een zo dominant mogelijke positie te controleren. Hoe dominant deze positie is, hangt af van (1) de mate waarin je jouw tegenstander kunt aanvallen en (2) de mate waarin je tegenstander jou kan aanvallen.
- 4. Tegenstander tot opgave dwingen (submission);
In de laatste stap wil je het gevecht beëindigen door je tegenstander te dwingen op te geven. Dit doe je door middel van een arm- of beenklem of een verwurging. Als de tegenstander afklopt, geeft hij aan dat hij niet meer verder kan, wat betekent dat het gevecht is afgelopen.
Doordat het niet geoorloofd is om te slaan of trappen in het Braziliaans Jiu Jitsu kun je tijdens een training voor de volle 100% met elkaar het gevecht aangaan, zonder er hersenletsel aan over te houden. Dit maakt BJJ een uiterst intensieve en fysieke work-out.
